Geluidsoverlast, slechte prestaties, oncomfortabel… Iedereen kent wel de negatieve verhalen over warmtepompen. Toch zijn de meeste klachten eenvoudig te voorkomen of te ontkrachten. Warmtepompplein.nl zet de 4 meest voorkomende misvattingen en blunders op een rij, met daarbij een toelichting.
1. De warmtepomp zorgt voor geluidoverlast
‘Mijn buren klagen over de herrie van mijn warmtepomp.’ Of: ‘Sinds ik een warmtepomp heb, wil mijn vrouw niet meer in de tuin zitten.’ Het geluid van de warmtepomp is een veelbesproken onderwerp. Toch is geluidshinder in de meeste gevallen niet nodig en kun je het voorkomen. Waar het (in het verleden) vaak misging, was de plaatsing van buitendeel. Met de volgende tips voorkom je geluidshinder:
- Laat het binnen- en buitendeel akoestisch ontkoppeld plaatsen
- Houd rekening met de uitblaasrichting van het buitendeel
- Plaats het buitendeel van een warmtepomp niet direct aan de erfscheiding, tegen de schutting of onder een slaapkamerraam (zeker niet onder dat van de buren)
- Pas de regeling aan, zodat de warmtepomp zo min mogelijk ’s nachts hoeft te draaien voor bijvoorbeeld warm tapwater
- Plaats het binnendeel op een betonnen vloer of aan een zware stevige stenen wand
- Combineer de warmtepomp met een zonneboiler, zodat ’s zomers de warmtepomp niet meer hoeft te draaien
- Laat eventueel een geluidsisolerende omkasting om het buitendeel van de warmtepomp bouwen
Tip: voor meer tips en informatie over warmtepompen & geluid, lees ons blog over geluid
2. Het gasverbruik neemt nauwelijks af met een hybride warmtepomp
Al kan een hybride in bijna elke huis geïnstalleerd worden, de kans op succes is kleiner als de woning heel slecht geïsoleerd is. De isolatiekwaliteit bij een hybride hoeft minder hoog te zijn als bij een all-electric, toch is hybride warmtepomp bij een huis dat aan alle kanten tocht niet aan te raden. Denk bij isolatie niet alleen aan het dak, maar ook de spouwmuren en HR++ glas. Daarnaast is goede kierdichting belangrijk. Daarmee verlaag je de warmtebehoefte van de woning, kun je met lagere temperaturen de woning verwarmen en heb je minder elektriciteit én gas nodig. Pak je het goed aan, dan kun je wel 80% besparen op je huidige aardgasverbruik.
3. Een warmtepomp stookt niet warm genoeg
Een warmtepomp verwarmt je huis met een lage temperatuur. Dat is een stuk zuiniger, maar ook trager. Het duurt langer voordat een gewenste aanpassing van de temperatuur is bereikt dan met een hoge temperatuur. Wil je het huis als je ’s morgens beneden komt, snel warm hebben? Zet de temperatuur dan niet veel lager bij het naar bed gaan. De meeste thermostaten zijn echter zelflerend en schakelen de verwarming ’s morgens eerder in als het buiten kouder is. Heb je vloerverwarming, dan kan de vloer alsnog wat koud aanvoelen in het voor- en najaar. De warmtepomp verwarmt het huis met bijvoorbeeld 28°C. Dit is een stuk lager dan je lichaamstemperatuur. Al is de temperatuur in huis aangenaam, aan je voeten kan het kouder aanvoelen.
4. Met een warmtepomp sta je vaak onder een koude douche
Kies je voor een warmtepomp met boiler, dan is het belangrijk goed na te denken over de grootte van de tapwater boiler. Voor een gemiddeld gezin is een boiler van 150 liter voldoende. Ga je graag in bad, overweeg dan een vat van 200 liter. Dat grotere vat is ook een optie als je een groot gezin hebt of gezinsleden die vaker dan één keer per dag douchen. Een warmtepomp heeft dan meer tijd nodig om water op te warmen. Een warmtepomp maakt gebruik van lagere temperaturen dan een cv-ketel om op te warmen (lees hier meer over de werking van een warmtepomp), hierdoor kan het opladen van een boiler van 150 liter een paar uur duren. Hou je daar geen rekening mee, dan kun je inderdaad onder een koude douche terechtkomen.